Zwanen op je pad.

Beren op mijn pad? nee zwanen!

Manlief en ik, lopen dus te wandelen. Ki-lo-met-ers wandelen, over ons Floris de Vijfde pad. Een van de vele leuke dingen van zo’n wandeling is dat je door prachtige stukjes Nederland loopt, die zich  midden in de Randstad verscholen houden.

Zo moeten wij regelmatig een tiendweg nemen. Ik weet zeker dat jij niet weet wat dat is, want ik wist het ook niet. Ik zie nu dat mijn spellingscontrole er ook nog nooit van heeft gehoord. De eerste keer liepen we er ook regelrecht aan voorbij.

Een tiendweg is een dijkje dat tussen twee sloten doorloopt. Links en rechts van de sloot heb je weilanden, die in rechte lijnen door slootjes van elkaar gescheiden zijn. Hollands waterbeheer
Holland op zijn mooist.

Vaak is zo’n weg nog klimmen en klauteren, omdat er veel hekjes op geplaatst zijn, maar bij bijna alle hekjes staat heel attent een overstapje.

We zijn niet alleen…

In Alblasserdam moeten wij ook een tiendweg op: drie kilometer land, we hebben er zin in.
Geen hekjes, het gaat heerlijk. Twee kilometer lang. En dan zit er een zwaan op het pad.
Een grote witte zwaan, midden op het pad, op een stapel takken.
Is het een nest, zit ze te broeden, rust ze gewoon even lekker uit?

Wat willen zwanen

De zwaan vindt ons duidelijk niet leuk. Ze staat op en sist. Gelukkig ! we zien geen eieren in het nest. We hebben geen broedende vogel verstoort. Wat nu ? We offeren een boterham uit ons lunch pakket. Mevrouw Zwaan blieft geen witbrood met kaas…

En dan bedenkt manlief iets slims. ”We kunnen achter haar langs” zegt hij ” en dan nemen we een lange tak, om haar op afstand te houden, of duidelijk te maken dat ze een stapje naar voren moet doen. Zo gezegd zo gedaan. De zwaan kijkt beledigt, doet een, twee, drie passen naar voren en glijdt hautain de sloot in.

Gelukt ! opgelucht gaan we verder. We komen aan het eind van het pad, we zien de straatweg al, waar we verder op moeten.
En dan…ligt zwaan twee op ons pad. Ook deze zwaan staat op. Sist en….heeft een ei.
Ik realiseer me razendsnel drie dingen. Ik wil geen broedende vogel storen, een zwaan is sterk, maar bovenal: het is een prachtig dier, dat ik nooit pijn zou kunnen doen. Haar schoonheid maakt mij weerloos.

Kom zeg ik tegen manlief, even terug is een bruggetje naar een weiland. We gaan door het weiland en kijk, als we daar dan de bocht nemen, zitten we weer op de route.
We lopen terug, mevrouw zwaan zakt terug op haar nest.

Nooit bang zijn voor beren op je pad. Wel voor zwanen.

lees ook eens : daar gaan we weer meer over LAW lopen

• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 

Like