over de echte wereld, sprookjes en fantasy
Ineens moest ik nadenken over sprookjes en fantasy en de echte wereld
De partner van een vriendin van me, was onhartelijk tegen me. Nee, niet hemeltergend ongebreideld onheus, maar gewoon niet zo aardig…
Een van die dingen, je weet wel, je haalt je schouders er over op.
Toevallig had ik op dat moment net een kort, heel kort lontje. Ik ontplofte inwendig.
“Plork”, tierde ik in de binnenkant van mijn hoofd. “Absolute plork. Je mag blij zijn dat mijn vriendin en je kinderen van je houden en je zachtjes bijsturen. In de echte wereld overleefde je geen dag”
De hele dag bleven die woorden: de echte wereld door mijn hoofd spelen. Ik raakte ze niet meer kwijt. Niet in de ellenlange rij voor de bakker, niet toen ik stond te koukleumen op het stationnetje van het dorp waar ik woon. De woorden echte wereld en sprookjeswereld bleven malen!
fantasy schrijven?
Dit soort gevoelens moet je als schrijfster serieus nemen, dat heeft de ervaring me wel geleerd, maar wat probeerde ik mezelf nu toch te vertellen? Dat het tijd was eens een serieus eigentijds fantasy boek te gaan schrijven? Iets met parallele werelden of zoiets dergelijks? Dat leek me tamelijk onwaarschijnlijk. Na Tolkien, Harry Potter en Het gouden kompas, was ik wel klaar met fantasy. Maar wat was het dan?
In de trein keek ik naar het wegschietend landschap. Ineens begreep ik het.
Oneindig veel mensen leven in een sprookjeswereld, van uit mijn ogen gezien. Misschien ook door jouw ogen, dat kan maar hoeft niet. Maar zij ervaren wat ik een sprookjeswereld noem (waarin je bijvoorbeeld helemaal niet vriendelijk of attent hoeft te zijn), als de echte wereld. En zo ontstaan paralele werelden, net zoals in fantasy
Neem maar weer eens die mensen die een vergiet op hun hoofd dragen en daarmee ook op hun pasfoto willen. Vraag me niet meer waarom ook alweer, maar voor hen is met een vergiet op je hoofd leven de echte wereld.
Mijn schoonmoeder was ervan overtuigd dat ze veel moest rusten, want lopen ging niet meer zo goed. En dus liep ze niet. De stoel werd haar wereld en wat werd later haar bed dat. Voor geen geld of goede woorden verliet ze haar veilige sprookjeswereld.
Neem thuisblijfmoeders, die in hun sprookjeswereld er van overtuigd zijn, dat ze hun kind een dienst bewijzen door thuis te blijven met koekjes en thee. In mijn sprookjeswereld leren ze hun kinderen dat vrouwen moeder worden en geen bankdirecteur….
Neem de sprookjeswereld van de anivaxxers, die beschermen toch hun kinderen mooi tegen autisme.Dat ze kinderverlamming kunnen krijgen….tja…zouden ze dat ook wegdromen?
Ondertussen reed de trein Woerden in, ik stond op. Het was me duidelijk geworden dat er evenveel echte als sprookjeswerelden bestaan. En wat wat is, is soms lastig uit te maken.
Het leven heeft meer fantasy in zich, dan ik had gedacht!
lees ook eens hoera het is week-end
lees ook eens: Vrouwen in sprookjes: altijd de stiefmoeder
Erg herkenbaar, iedereen leeft tegenwoordig zo in zijn/haar eigen wereld en is er van overtuigd dat zijn/haar wereld klopt en dat iedereen afwijkt niet goed wijs is.
Ja, de grens tussen wat echt is en wat niet is voor veel mensen steeds lastiger te bepalen ; )
soms moet je wel een beetje fanatsie hebben in het leven toch anders is er niks aan
Ik houd wel van een sprookjeswereld om in weg te dromen. En wat volgens de één realiteit is, kan door de ander als sprookjeswereld worden gezien. Dat is subjectief, denk ik.
Heel herkenbaar! Maar gelukkig zijn er ook leuke sprookwereld waarin je lekker kunt wegdromen.
Af en toe lekker wegdromen is nooit weg toch, en prettig gestoord zijn ach , wie wil dat af en toe ook niet zijn?
Een beetje fantasie zorgt ervoor dat ik van een rotmomentje een leuke
pretmoment maak, door het net iets anders in te vullen.
Ik kan soms ook door een opmerking heel lang na sudderen. Zo noem ik het maar. Het erge is de ander is het allang vergeten.