Oliebol !
Over oliebollen die je niet op kan eten
In het kader van mijn verzameling scheldwoorden van vroeger, een verzameling die ik zojuist gestart ben, mag het woord oliebol niet ontbreken.
Vorig jaar blogde ik al eens over scheldwoorden als liegbeest en jokkebrok, heel fijne scheldwoorden, maar verder ben ik tot nu toe, niet gekomen. Daar gaan we verandering in aanbrengen. In 2020 kunnen jullie van mij met regelmaat een blog over een verloren gegaan scheldwoord verwachtten.
Oliebol als scheldwoord.
Wanneer het woord oliebol niet bedoeld wordt om een vettige, zoete, kleffe bal van gefrituurd deeg aan te duiden, bedoelt men zoveel te zeggen als: sukkel, onhandigerd, domoor. Volgens de Dikke van Dale betekent het sufferd. Kortom, heel vlijend is het niet als men oliebol tegen je zegt, maar je hoeft er niet van wakker te liggen.
Waarom toch, wat is er mis met oliebollen?
De Dikke van Dale geeft geen antwoord op de vraag, waarom oliebol nu een scheldwoord is.
Waarom zou iets lekkers, nu ineens iets doms of sufs zijn geworden? Want zo’n 50 jaar geleden, de tijd dat het woord oliebol ook gebruikt werd als scheldwoord, was snoepen lang niet zo gewoon als nu.
Oliebollen at een mens op de  jaarlijks kermis en met oudejaar. Ik kan me nog goed herinneren dat mijn vader de oliebollen bakte. Het was een hele happening, in onze kleine en koude keuken. De kinderen mochten allemaal helpen. Er waren belangrijke taken te verrichten zoals poedersuiker zeven, krenten en rozijnen wassen, kaneel over de partjes appel strooien. Toen we ouder werden mochten we ook wel de bollen uit de hete olie vissen. En de kindertjes opeten natuurlijk.
de kindertjes eten
Nee, nee, nee, wij bekeerden ons op oudejaarsavond niet tot het kannibalisme, de kindertjes waren de losse deegsliertjes die met het bakken mee de olie in vielen, maar dat hoef ik toch niet uit te leggen? Wie dat niet eens weet, die is pas echt een oliebol!
lees ook eens: de laatste dag van het jaar
Aan het woord oliebol als scheldwoord zit toch een of ander vergoelijkend randje, vind ik. Het heeft voor mij een andere sfeer dan de meeste scheldwoorden.
Ik weet niet precies hoe ik er aan ben gekomen, maar ik gebruik zelf vaak appelflap.