Namen opschrijven en nagels lakken, door Ingrid Verbakel
Ingrid werkt met vrijwilligers die vluchtelingen helpen en daar schrijft zij het volgende over:
Nu zit ik naar het lege blad op mijn scherm te staren. Ik ook, met mijn grote mond. Even een blog schrijven over ‘de vluchtelingen’. Terwijl zoveel mensen hier zoveel over gezegd hebben. Ik laat in het midden wat er allemaal gezegd en geschreven werd, maar over de snelheid van oordelen en over de toon die sommigen aansloegen, word en werd ik niet vrolijk. En ik weet zeker dat ik niet de enige ben.
Toen ik beloofde een actuele blog te schrijven, wist ik nog niet van de recente aanslagen. Al zegt mijn dochter terecht: “We zijn minder geschokt als het verder weg gebeurt, en daar gebeurt het veel vaker. De mensen die dat meemaken zullen zich wel in de steek gelaten voelen.” Precies voor dit soort laf, nietsontziend en mensonterend geweld zijn de mensen gevlucht die nu in mijn woonplaats worden opgevangen.
Open kaart over vluchtelingen en mijn hulp
Laat ik eerst open kaart spelen. Ik kan de opvang van de voornamelijk Syrische gasten van twee kanten bekijken: als inwoner die dichtbij de sporthal woont waar de noodopvang plaats heeft gevonden en als lid van team Communicatie van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Natuurlijk wist ik alles iets eerder dan andere inwoners, maar het scheelde niet veel. In elk geval is alles op alles gezet om iedereen, met voorrang voor de omwonenden, tijdig de juiste informatie te geven en open en eerlijk te zijn. Heb je interesse hoe alles precies gegaan is, kijk dan op: www.krimpenaandenijssel.nl/opvang.
Saamhorigheid
Opmerkelijk vind ik de saamhorigheid die ontstond in onze kleine stad. Maar misschien is het niet zo bijzonder als je bedenkt hoeveel vrijwilligers hier zijn. En ook veel mensen die niet als vrijwilliger staan geregistreerd, zijn vaak bereid om als het nodig is belangeloos iets voor een ander te doen. In elk geval waren er in twee dagen tijd twee keer zoveel mensen bereid om mee te helpen, dan dat er vluchtelingen zijn. En puilde in korte tijd de opslagplek uit van de tweedehands kleding, speelgoed, spelletjes en andere spullen voor de gasten.
Ik kan het me voorstellen dat onder mensen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, de vraag rees: “En ik dan?” Maar alle spullen die niet nodig waren voor de gasten, zijn naar andere mensen gegaan die het nodig hebben, onder andere via de Voedselbank.
Vrijwilligers: Vier uurtjes meehelpen
Uit nieuwsgierigheid en interesse ben ik na een week op een zaterdagmiddag/avond vier uurtjes mee gaan helpen met rvijwilligers die gasten op de noodlocatie begeleiden. Mijn indruk was dat de vluchtelingen iets tot rust waren gekomen, na alle hectiek van hun verplaatsingen binnen Nederland. In de sporthal liet ik bereidwillig mijn nagels lakken door een meisje van een jaar of negen. Ook probeerden we met elkaar te praten, door te wijzen op elkaar en elkaars namen te noemen. Voor een ander meisje schreef ik mijn naam op een papiertje.
de tolk
Daarna raakte ik in gesprek met een van de tolken. Een jonge man die zelf inmiddels drie maanden Nederlands aan het leren was. Hij straalde toen ik hem een compliment gaf over zijn Nederlands: “Ik luister elke dag een uur naar de Nederlandse radio. Dat gaat heel snel, maar dan leer ik meer woorden.”
Pas op het einde van mijn ‘shift’ deed zich een probleem voor. Een mevrouw had kiespijn en de tolken verstonden haar niet. Een kennis van haar begreep haar wel en vertaalde het in het Engels. Ze had al een nacht niet geslapen van de pijn en het werd steeds erger. We vroegen haar een cijfer te geven voor de pijn op een schaal van 1 op 10. Ze gaf haar pijn een 7.
Wat eerst een mogelijkheid leek: pijnstillers en tot maandagochtend wachten, bleek geen optie. De locatiemanager van dat moment besliste na overleg met de huisartsenpost, dat ze naar een dienstdoende specialist moest in Rotterdam. De vorm van zorg die aan ieder ander wordt gegeven in deze situatie. Een jonge tolk leende de auto van zijn vader. En bracht haar, en de kennis die haar verstond, naar de arts.
Geen zin om bang te zijn.
Sinds we afgelopen maandag een minuut hebben stilgestaan voor alle slachtoffers van terreur in de hele wereld, ben ik niet bang meer. Dan kun je altijd wel bang zijn: voor de kleine kans dat net jij die ene gek tegenkomt. Die in zijn gekte jou tot willekeurig slachtoffer wil maken van zijn haat. Ik hoorde op de radio een fragment van Madonna, die haar concert in Stockholm toch niet afgelaste. Uit mijn hoofd en vertaald: “De wereld wordt niet beter als er nog 100 mensen doodgaan. De wereld kunnen we alleen beter maken als we in het dagelijkse leven alle mensen met waardigheid, respect en menselijkheid behandelen.”
www.ingridinterviewt.nl
lees ook: Verzorgen en verzorgd worden
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!