Is this Venice ?
Waar geef je je tijd aan uit, aan korte of aan lange tijd?
Veel mensen vonden het reuze stoer en spannend van ons, dat we een half jaar in het buitenland gingen wonen. Oké, Parijs is nu niet direct een ver buitenland, maar het is bepaald geen Alphen aan den Rijn. Het is anders en daarom is het zo leuk en leerzaam. Ploeterend maken we ons de taal eigen, onze schoenen verslijtend, verkennen we de stad.
Gelukkig voor ons vind niet iedereen ons idee geweldig. Tegenspraak brengt ons verder in dit leven en het voorkomt dat we vadsig en zelfvoldaan worden.
Wanneer wij op de schoonfamilie app een foto posten waarop ik in vol ornaat onder de Eiffeltoren sta (moet clichés nooit uit de weg gaan) vraagt een familielid: ”jullie blijven nog een hele tijd begrijp ik”
Vrolijk roep ik: “minstens nog 3 maanden” “Nou, nou”, luidt het antwoord: “en al die tijd in Parijs?”
Tijd en reizen
Daar moet ik dan verschrikkelijk om lachen. Maar het zet me wel aan het denken.
Voor ons was het een vanzelfsprekendheid, dat we lange tijd op een plek bleven. We wilden graag een ander land goed leren kennen. En leren kennen vraag tijd.
Het leek ons een fantastische tijdsbesteding in de haarvaten en krochten van Parijs te duiken.
Ze te leren kennen en begrijpen. Het lijkt ons geweldig zo vloeiend Frans te spreken, dat een Nederlander ons niet meer kan verstaan. Wij soppen une baguette dans onze caffe au lait en schrikken niet terug van boudin noir voor ons diner.
Maar kennelijk zijn er ook mensen voor wie het een fantastische tijdsbesteding is om in drie maanden tijd evenveel landen te zien, wat heet, waarom zou je er geen zes bezoeken?
Het is niet in mijn hoofd opgekomen dat je dat leuk zou kunnen vinden. Ik weet niet of het nog bestaat, maar vroeger maakten de Amerikanen reizen: “See Europe in one week”
Midden in zo’n groep stond ik ooit in Florence in de rij voor het toilet. “This is’n Venice, is it?” hoorde ik een vrouw zeggen. Ik hield mijn plas nog even op, ik wilde de rest ook horen. “No Venice is tomorrow” was het antwoord. “They look all the same to me”, hoorde ik de mevrouw zuchten.
Ik was aan de beurt, de rest heb ik niet meer gehoord. Was ook niet nodig. I rest my case.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!