Het verborgen leed van de breister en het geheim van het vierkantje.
Iedereen die breit, of haakt, dat maakt voor mijn betoog eigenlijk niks uit is bekend met het verborgen leed van ons nijvere handwerksters,
het leed van de restjes wol.
Wol koop je niet zomaar, wol kopen is een uitstapje. Je gaat naar een wolwinkel, liefst een kleintje waar de bollen tot aan het plafond zijn opgestapeld. Waar de eigenares blind het juiste kleurnummer van jouw bol wol vindt. Diezelfde eigenares vindt het ook helemaal geen probleem om samen met jou wel een half uur, dat groen-blauwe bij dat blauw-groene bolletje te houden. En samen kun je diepgaand filosoferen of je dat nu met roze of met ecru moet combineren.
Wol kopen, is een daad.
Vervolgens ga je met je aankoop naar huis en begint het proces waarbij je van een draad een ding maakt. Een trui bijvoorbeeld. Of een gehaakte muis. Gedurende dat proces bouw je een band op met je wol. Of je wordt steeds blijer van je keuze, of je denkt: “hmmmm, is het toch niet helemaal” dan neem je het verlies van een bolletje wol en ruilt de rest om bij de lieve mevrouw van de wolwinkel.
En dan, op een goede dag, ben je klaar. Je bent blij en trots op het resultaat en …je hebt twee en driekwart bol wol over. Dir twee bollen breng je terug als je voor je nieuwe project weer naar de wolwinkel gaat. Maar die driekwart bol…daar kan je niks meer mee.
En wat wij breisters ook proberen: we kunnen dat restje wol niet weggooien. We zijn gehecht aan die wol, die wol mag niet in de vuilnisbak terecht komen! En dat is het verborgen leed van de breister: de restjes wol.
De restjes wol.
De verzameling restjes wol groeit en groeit. Wanneer je en trui gaat maken waar bij je een klein beetje rood nodig hebt. Of je haakt ene muis en je hebt een piezeltje groen nodig: het is altijd de verkeerde kleur rood of groen. En als de kleur goed is, is de wol dikte fout…
En zo groeit je voorraad bolletjes-wol-waar-je-niks-aan-hebt.
Weggeven?
Ik heb uiteindelijk een vuilniszak vol van dit soort restanten wol aan een bejaardenhuis gegeven. Ze zeiden dat ze er blij mee waren. Maar misschien zeiden ze dat alleen maar omdat ze het leed van de breister kennen en wilden helpen. Enfin, ik was met ere van mijn restjes af.
Ik ben bekeerd tot het vierkant.
Ik was van mijn restjes af…maar lieve lezer, op een goede of eigenlijk een slechte dag ontdekte ik dat de voorraad onbruikbare resten weer lekker aangegroeid was.
Daarom nam ik een kloek besluit. Van alle driekwart en minder bollen, die ik overheb, brei ik vierkantjes van 12 bij 12 cm. Wanneer ik 10 vierkantjes heb, zet ik ze aan elkaar. Net zolang tot ik 10 slierten van 10 vierkantjes heb, om ze aan elkaar te zetten. En dan heb ik een lapjesdeken.
En nooit meer nutteloze, onbruikbare restjes wol…..
Wat heerlijk en herkenbaar geschreven. En wat een leuk idee van die vierkantjes!
dank je!
Mijn dochter maakt er met bandweven bandjes van die ze gebruikt om jurken af te werken etc.
o dat lijkt me ook leuk!