Fileleed
File, tijd om na te denken?
Zuchtend schoof ze de file in, het was niet anders, vertraging van minstens een uur. Ze zuchtte. In feite was het tijdsverlies zo’n ramp niet, ze had tijd genoeg. Als ze eerlijk was, wilde ze helemaal niet aankomen. Dat was net het probleem. Waar was de tijd gebleven dat elke minuut kostbaar was, dat haar dag vol gepland was met afspraken? Het leek zo lang geleden, wat kan een half jaar lang lijken. Een eeuwigheid.
Ze voelde hoe haar gedachten dreigde af te dwalen naar gebieden waar ze ze niet wou hebben en draaide de radio aan. “De file-vermeldingen”, klonk het opgewekt. “Op de A5 staat een file van….”, haastig ramde ze op de knoppen, op zoek naar een muziekje. Ze hoefde niet te weten hoe lang ze daar zou staan op die snelweg, opgesloten in haar blik, tussen ontelbare andere blikjes. Allemaal blikjes, allemaal op weg. Waarheen?
“Ik voel me een blikje tomatenpuree, op het schap van een goedkope supermarkt”, dacht ze.“Mijn einde is de tomatensoep”
De file
De file schoof voorzichtig een paar meter op. “ik moet verdomme, nog opletten ook. Kan ik niet eens ongestoord 2 minuten zelfmedelijden hebben, zonder een ongeluk te veroorzaken? ” Haar blik dwaalde naar buiten. In de auto naast haar zat een jonge vrouw, die kennelijk luid met haar radio meezong. De vrolijkheid maakte haar bijna boos. “Hoe haal je het in je hoofd, zo uitbundig vrolijk te zijn. Alsof het allemaal zo makkelijk is”, foeterde ze in zichzelf. “Wacht maar, je komt er nog wel achter”
Politie
Weer schoof de file een stukje op. Ditmaal belande ze naast een dikke BMW, de eigenaar gebruikte de file duidelijk om zijn mail te checken. “Onverantwoord rijgedrag” besloot ze.
Ze leken definitief tot stilstand gekomen. Achter zich hoorde ze het geluid van sirenes. Een ziekenwagen flitste voorbij, gevolgd door een politieauto.
Politie. Haar handen klemden zich om het stuur. “Niet doen”, zei ze tegen zichzelf, “niet aan denken”.
Die politie, op je stoep, op haar stoep…”Mogen we even binnenkomen, mevrouw ?”
Wat zei je dan ? ”Nee, ga weg?” Ze had ze binnen gelaten. Koffie gegeven, aangehoord.
Gedaan wat ze moest doen. En nooit was meer iets hetzelfde geweest.
De achtbaan van emoties waar ze in terecht gekomen was, had ze doorstaan. Dat had ze echt goed gedaan. Ze herhaalde het tegen zich zelf, als een mantra. ”Je hebt het goed gedaan”
Maar al deed jij het nog zo goed, met een man in de gevangenis, wil niemand je meer kennen.
Ze zuchtte, te moe om te huilen. En de file schoof weer een paar meter op.
Lees ook : Oma en het aquarium
Ik moet dan meteen aan het liedje van Andre van Duin denken: ‘File, wel meer dan 1000 wielen…’