Donker
ze werd wakker in het donker…
Plassen, ze moest echt heel nodig naar de wc, maar waar was ze in hemelsnaam? Het bed voelde onbekend aan, waar was haar verfrommelde dekbed met bloemetjesovertrek? Waar was haar trouwe beer? Waarom rook het hier zo raar en waarom waren de gordijnen dicht? Waarom was het zo donker? Ze sliep nooit met dichte gordijnen. Als ze wakker werd, midden in de nacht omdat ze moest plassen, dan leidde het licht van de straatlantaarn de weg. Hoe moest dat nu?
Ze draaide zich om. Voorzichtig, ze had het gevoel dat ze elke beweging heel voorzichtig moest maken. Vreemd, het draaien lukte ook niet. Hoe kan dat nu? Had iemand haar vastgebonden? Daar leek het wel op, maar waarom? Met welk doel? Op losgeld kunnen ze lang wachten, dacht ze wrang.
Er was wel iets met geld, bedacht ze. Er was beslist iets met geld, maar wat? Een donkere boze stem had iets over geld gezegd. Ze kon de stem weer horen, maar niet wat hij zei. Dit was echt niet leuk: ze hoorde de lage stem, ze hoorde de dreiging in die stem, maar ze had geen idee, ze had werkelijk geen idee wat hij van haar wilde.
Ze haalde diep adem. Dit was teveel, in het donker, vastgebonden, moeten plassen en dan nog die stem… Weg, ze moest weg, dan maar in het donker, ook al was ze er nog zo bang van. Ze probeerde haar arm op te tillen, dan kon ze zichzelf misschien bevrijden.
Daar was die stem weer…
“Bent u wakker”, vroeg de stem. Kijk dat was een vraag, daar kon ze antwoord op geven. Dit was makkelijk. “Natuurlijk ben ik wakker,” wilde ze zeggen. “Wie bent u en haal me hier onmiddellijk weg. Maar doe eerst de gordijnen open.”
Tot haar stomme verbazing, kwam er geen geluid uit haar keel. “Hebben ze mijn mond dichtgeplakt? Waarom stellen ze me vragen, terwijl ze weten dat ik geen antwoord kan geven? Waar ben ik in hemelsnaam beland? Wat heb ik gedaan?”
De stem in het donker
“Rustig, maar”, zei de stem. “Rustig, terwijl ik in handen van een gevaarlijke gek beland ben?”
Het moest toch ook niet gekker worden. “Heeft u pijn?” vroeg de stem. Pijn? Pijn… nee ze voelde geen pijn. “Dat is raar”, bedacht ze. “Ik ben vastgebonden en mijn mond is dichtgeplakt, dat zou toch pijn moeten doen, maar ik voel niks.”
Ze probeerde opnieuw wat te zeggen. “Komt u maar rustig bij,” zei de stem. “de dokter komt zo bij u” “Dokter?” Ineens was het plakband verdwenen, en ze hoorde zichzelf “Dokter?” zeggen.
“U heeft een ongeluk gehad”, zei de stem, “maar maakt u zich geen zorgen, het komt allemaal goed.”
Voetstappen gaven aan dat De Stem wegliep. “Ongeluk?” Vaag kwam er een herinnering boven, als een droom, vlak voor je wakker wordt. Een boze stem, een heel boze stem… het geluid van een auto…
lees ook: Donker 2
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!