De wind: het verhaal van een afscheid…
Die wind, die eeuwige wind, gek word je ervan, Klapperende ramen, deuren die je moet vergrendelen anders slaan ze uit hun sponningen. En alsje het waagt om je tuinstoelen in de tuin te laten staan, kan je de volgende dag naar de Blokker. Welke romanticus had ooit verzonnen dat aan de kust wonen romantisch was? Of was het rustgevend? O nee, het was gezond? Of allemaal?
Het was verschrikkelijk.
Ze keek de bijna ontruimde kamer rond. Ontakeld en ontluisterd. Grote witte vlakken op de muur lieten zien waar ooit de boekenkasten haddengestaan en hoe geel de muren waren geworden.
Ja,wat wou je: pappa rookte als een schoorsteen, een leven lang. Ze ging op een van de boekendozen zitten en vistte met een beetjeschuldgevoel een oud pakje Malborro uit de zak van haar groen vest.De aansteker zat er nog in. Pappa had het in zijn bureaula verstopten waarschijnlijk was hij het vergeten.
Net zoals hij vergat hoe zijn kinderen heten. Nou ja, dat was overdreven hij noemde altijd wel een naam van een van hen, of het de juiste was, was altijd weer spannend.
Ze stak de sigaret aan: hij was echt oud, kruimeltjes droge tabak vielenop haar schoot. Ze inhaleerde tevreden, schoof wat met haar billen in een poging haar zitplaats wat comfortabler te maken.
En op dat moment stormde haar zuster de kamer binnen.”Rook jij?? Getver” en nog voor ze kon ademhalen om een antwoord te verzinnen, vervolgde haar zus”doe dat alsjeblieft buiten” Om zonder pardon de terasdeuren open te gooien. “Ze maakt er nog net geen wijzende gebaar bij ”dacht ze, terwijl ze braaf naar buiten sjokte.
de wind rukt aan haar haren en haar jas
Ze ging zitten op het randje van de gemetselde bloembak: geraniums stonden erin vroeger. En paarse fuchia’s. Even was ze bang dat het genot van het gestolen sigaretje nu voorbij zou zijn. Maar niks bleek minder waar. De wind rukte aan haar haren en haar jas. De oude routine van je sigaret tegen de wind beschermen, was ze nog niet verleerd.
“dat heb je me goed geleerd Pa”, zei ze zachtjes inzich-zelf. Het was of ze hier buiten in de tuin die al net zo verwaarloosd was als het huis, zichzelf en haar vader even terugvond. Dat woordeloze begrip dat tussen hen had bestaan, die vanzelfsprekende warmte.
“Ik moet weer naar binnen Pa”, zei ze zachtjes, “We moeten het eroverhebben hoeveel -een-huis-als-dit waard is. Ze zullen allemaal gaan doen alsof ze hier niet willen wonen. En ze hebben niet door dat ik de enige ben die het zou kunnen betalen. En de enige die het niet wil…..”
Hoorde ze haar vader zachtjes gniffelen? Of was het toch de wind..
lees ook: het nut van een mondkapje
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!