De stilte
Ze keek de tafel rond, daar zaten ze allemaal: Jan Pieter met Jacqueline, Evert met Anita en Boudewijn met Peter. De homo relatie die de familie zo grootmoedig en zonder enige aarzeling in haar midden had ontvangen. De extra zoon, waarmee ze net zo blij waren als hun schoondochters.
Haar blik gleed naar Kylie, de jongste van Jan Pieter en Jacqueline. Was zij de enige die haar niet schattig en enig vond? Was er iets mis met haar of met de wereld, dat alleen zij een kleine blonde feeks zag, volkomen gericht op haar eigen belang? De hele familie dweepte met de schattebout…Toen ze ooit eens zich wat minder vriendelijk had uitgelaten over de manier waarop Kylie met de andere kinderen omging, had dat een storm van verontwaardiging opgeleverd.
Diederik…
Haar blik werd onderschept door Diederik. Zijn naam paste niet bij zijn fragiele postuur, zijn ogen waren te groot voor zijn gezichtje. En te ernstig.
Ze trok haar linker mondhoek millimeters omhoog en liet haar ogen zachtjes lachen.
Diederik keek haar aan. Een moment keken ze elkaar in de ogen. Toen viel zijn frietje, dat hij net in de mayo had gedoopt, op het tafellaken. Beduusd keek hij naar beneden, pakte het frietje van het tafellaken, de mayonaise bleef als een kliederig hoopje achter.
Het was opmerkelijk te zien, hoe ieder familie deed als of er niks was, gebeurt. Alsof opa en oma’s kraak witte tafelkleed nog steeds even smetteloos was. Alleen de wat roder wordende wangen van Diederik lieten zien dat hij zich ongemakkelijk voelde.
Dat en het feit dat hij haar niet meer aankeek.
Het was zo herkenbaar
Het was zo gruwelijk herkenbaar….die kille stilte, dat beleefde wegkijken. En dat verlangen naar iemand die zou zeggen: “Kind, het hindert niet hoor, het is maar een tafelkleed…”
Was het dat verlangen? Of was het haar eeuwige dwarsliggers-mentaliteit?
“Lekker”, zei ze “Mayo, net wat ik nodig had.” En ze doopte haar friet in de klodder op het tafelkleed. Ze negeerde de geschokte gezichten. “negeren ben ik goed in ”, dacht ze “een heel leven geoefend”
“Jammer, dat er geen ketchup bij zit, dan zou het nog lekkerder zijn.” En voor iemand door had wat ze bedoelde, kneep ze in het overgebleven kloddertje mayo, een flinke sliert ketchup “Ben je nou helemaal”, viel haar vader uit. “Hans….”reageerde haar moeder die sussend een hand op zijn arm legde. Ze doopte haar volgende frietje in de ketchup en zag hoe Diederik’s linker mondhoek millimeters omhoog ging.
lees ook eens; de Herfst
Geweldig hoe dit zo herkenbaar is in vele families. Inderdaad in elke generatie is een underdog.
Leuk verhaal. Ben er goed in ‘in negeren, mijn leven lang geoefend’. Top zin is dit. Een klein maartje… wie is de vertelpersoon en wie is diederik?