De Achteraffers
De achteraffers is een prachtig gedicht van Annie Schmidt. Ik ben ronduit jaloers dat ik deze prachtige term niet zelf heb bedacht. Maar dat is natuurlijk achteraf geklets…
In het gedicht van Annie Schmidt zijn achteraffers, tobberds. Mensen die voortdurend terug kijken op hun handelen en dan bedenken of ze het misschien niet anders had moeten doen…of toch misschien ook niet. We kennen dat type mens allemaal wel. En we worden er allemaal wel eens een beetje moe van. Daarom willen we zelf beslist niet zo zijn. De vraag is: lukt ons dat ook?
de achteraffers komen niet zo ver
Het nare voor de mensen in het gedicht van Aniie Schmidt is dat ze totaal niet verder komen.
Ze zijn tobbers van het zuiverste water , echte onvervalste piekeraars en ze komen niet tot een besluit. Sterker, ze komen nooit tot een besluit Misschien vinden ze het stiekem ook wel lekker om zo een beetje te lopen zeuren….Tenslotte als je niks doet, doe je ook niks fout…..Zolang ik nadenk over de vraag of ik de wasman een fooi had moeten geven, ben ik nog geen geld kwijt. Dat werk
Ik heb altijd van mezelf gedacht dat ik geen achteraffer was. Dat ik zo’n persoon ben die overal midden in springt en vrolijk net als Lodewijk de Veertiende roept: “Na ons de zondvloed!”
Klinkt geweldig, vind je niet? Maar helaas, ik moet bekennen dat het niet helemaal waar is…
Ik ben een achteraffer op een andere manier…
Mijn achteraffen, werkt als volgt: Tijdens narigheid en spanning, houd ik het hoofd koel,de rug recht, zorg ik calm, cool en collected dat alles weer goed komt. Maar…. na afloop van die spannende periode, een moeilijke tijd, een confrontatie met een dierbare, plof ik neer, ben ik dood en dood moe en is er geen land meer met me te bezeilen.
Ik huil zelden tijdens de narigheid. Ik huil achteraf.
Niets zo heerlijk ( voor mij) dan wanneer iedereen in paniek raakt. Daar word ik nu zo rustig van, om dan achteraf, als alle leed is geleden, lekker in te storten…
Er zijn dus meerdere soorten achteraffers. Welke ben jij ?
DE ACHTERAFFERS
Had ik dat achteraf niet moeten zeggen?
Had ik dat achteraf niet moeten doen?
Zo leven wij – de achteraffers.
Had ik dat moeten verzwijgen – toen?
Had ik de wasman een fooi moeten geven?
Had ik dat achteraf nou maar gedaan!
Had ik met Adriaan moeten gaan leven
of zou dat misschien ook niet goed zijn gegaan?
Had ik die jas liever niet moeten kopen?
Had ik maar niet naar Marie moeten gaan?
Had ik maar beter gewoon kunnen lopen
in plaats van zolang op lijn negen te staan?
Had ik die trap liever niet moeten boenen
en had ik niet uit moeten gaan zonder vest
en had ik me niet moeten laten zoenen
door die vervelende kerel uit West?
Wij achteraffers, wat zijn we toch moeilijk
en – achteraf – voor ons zelf nog het meest.
Had men ons niet beter op kunnen hangen?
Was dat achteraf niet het beste geweest?
Achtergrond informatie
Ik heb helaas weinig echtergrond informatie kunnen vinden over dit gedicht. Annie Schmidt schreef het in 1957, de periode waarin ze bekend begon te worden.
Waarom en voor wie ze het schreef ( ze schreef vor diverse bladen) heb ik helaas niet kunnen achterhalen.Het thema is natuurlijk een uitgesproken Annie S thema: verzet tegen de spruitjesgeur, het brave leven en nooit eens iets geks durven doen.
lees ook eens: Het is Annie Schmidt week
Ik leef vaak in zijn achteruit. Is dat ook een soort van achteraf?
hahaha, daar moest ik toch serieus over nadenken. Volgens mij niet. In zijn achteruit leven is volgens mij actief. Terwijl achteraffers passief zitten te piekeren