Appelflappen
Hij was, warm, zoet en troostrijk en verschrikkelijk fout. De suikerkorrels knisperden in haar mond, het zachte deeg paste perfect bij de smaak van de verwarmde appelen. Ze kauwde langzaam en voorzichtig, om toch die sensatie van welbehagen maar heel, heel lang te laten duren.
Appelflappen, wie bakt er tegenwoordig nog appelflappen? “Niemand mevrouw”, antwoordde oude baas, die kleumend in de glitterende oliebollenkraam stond. Kennelijk had ze haar vraag hardop gesteld. “Niemand”, herhaalde hij nogmaals. “Niet dat ik het erg vind”, vervolgde hij. “Goed voor de business he” en hij keek haar glimlachend aan. Een imitatie zegelring aan zijn pink, gaf aan dat de business, misschien nog niet helemaal sky rocket hoog ging.
“Ach”, antwoordde ze ”maar vroeger at je toch ook maar een keer per jaar oliebollen en appelflappen? Met oudjaar. Mijn oma bakte ze en wij mochten meehelpen“ “Twee keer per jaar , mevrouw, twee keer per jaar”. zei de oliebollenman, die kennelijk alles twee keer moest zeggen. “U vergeet de kermis!”
Appelflappen vroeger
Ze lachte “Daar mochten wij niet naar toe, dat was zondig en verderfelijk, maar ik denk vooral, dat mijn ouders het te duur vonden. We waren met acht kinderen, moet u weten!”
De oliebollenbaas, sloeg zijn armen over elkaar. “Praat me er niet van,” zei hij. “Praat me er niet van. Twaalf kinderen had m’n moeder, negen zijn er in leven gebleven. Nee mevrouw, dat was een harde tijd” Na een korte stilte herhaalde hij : ”een heel harde tijd”
Ze waren beiden even stil. “Tja, dan moet ik toch maar eens mijn laatste kerstinkopen gaan doen”, zei ze aarzelend. De man knikte en ze meende even iets van begrip in zijn ogen te zien. Het leek zo vreemd, om met de gedeelde herinneringen aan de armoede van vroeger, opnieuw het winkelcentrum met zijn uitbundige kerstsfeer in te duiken. “Tot ziens” knikte ze , zich omdraaiend naar de grote deuren van het winkelcentrum.
De jonge mannen
Voor de deur van het winkelcentrum, hing een groepje jonge mannen. Van het asielzoekers centrum, nam ze aan. Ze stonden er wel vaker, ze deden niemand kwaad en niemand deed hen kwaad. Er gebeurde gewoon niks. “Daar ben je dan tegenwoordig al blij mee”, dacht ze enigszins bitter. Ze keek twee van die jongens aan. ”Kom”, gebaarde ze en voegde daar in haar school Frans aan toe :”Allez!” Het groepje jongens, het waren er vijf, telde ze, volgde haar.
Ze ging ze voor naar de oliebollen kraam, waar de baas nog in zijn eentje wat voor zich uit stond te staren.
“Mag ik vijf appelflappen voor deze heren?” “Mevrouw”, antwoordde de baas, “ze zijn nog warm.”
De jongens keken haar stomverbaasd en even later innig dankbaar aan.
“Appelflap”, zei ze “Hollandse traditie. Zijn we trots op”. De jongens, met hun monden vol appelflap, knikten.
Ze viste €6,25 uit haar portemonnee en legde die op het vettige schaaltje op de toonbank.
De oliebollen baas naam het geld aan. Toen pakte hij een zak oliebollen en gaf die aan een van de jongens.
”Hier,” zei hij. “Eet thuis maar lekker op!”
lees ook : een openbaar toilet
Wat een mooi gebaar. Dat zouden meer mensen moeten doen!
Oh wat een mooi gebaar! Ik hou van appelflappen, ga ze misschien wel weer een x zelf maken dit jaar.
doen! het is veel werk, maar zo leuk!
Wat een dienst! De heren (zowel de jongeren als de baas) zullen gelukkig zijn geweest!
Leuk geschreven en ik ben blij dat ik onze glutenvrije appelflappen en oliebollen al heb besteld dus daar gaan we dit weekend lekker van genieten.
Een hele mooie traditie! Ik heb vorig jaar voor het eerst zelf appelflappen en oliebollen gebakken met oud&nieuw. Erg lekker en eigenlijk helemaal niet moeilijk!
nee hoor het is wel een werkje, maar echt moeilijk is het niet. Puur jeugdsentiment voor mij…
oh wat mooi is dit gebaar. Die jongeren zullen blij zijn geweest. Je hebt het zo mooi geschreven, je had mij helemaal te pakken.
dank je wel, dat is een groot compliment
Bedankt voor het delen van je verhaal!